Een week, twee archieven. Het Algemeen Rijksarchief in Brussel, het Regionaal Archief in Tilburg, een wereld van verschil.
In het Algemeen Rijksarchief ga ik op zoek naar de radioverhalen van Van de Velde. Het rijksarchief in de Ruisbroekstraat, vlakbij de Kunstberg is niet meteen een uitnodigende plek. Het is er donker, verouderd, met de typische muffe geur die bij archieven lijkt te horen. De medewerkers stralen weinig arbeidsvreugde uit, de sfeer is er geladen en ernstig. Ik heb de pech om er na de ophaalronde van elf uur te arriveren en moet dus twee uur wachten voor ik stukken kan opvragen. Wanneer ik dan de gevraagde stukken krijg, blijkt dat er slechts van één jaartal radioverhalen gearchiveerd werden. Natuurlijk net het jaar voor Van de Velde radioverhalen begon te schrijven. Wanneer ik vraag of er misschien toch nog ergens radioverhalen in het archief van de BRT te vinden zou zijn, krijg ik een droge verwijzing naar de online catalogus.
In Tilburg zoek ik naar de korte verhalen waarmee Roger Van de Velde tweemaal de Hilvarenbeekse Literatuurprijs won tijdens de Groot Kempische Cultuurdagen. Mijn verbazing is groot wanneer ik het archief binnen stap: een licht en ruim gebouw met twee bijzonder vriendelijke en hulpvaardige dames achter de balie, die me hartelijk welkom heten. De leeszaal is hier een gezellig ingerichte ruimte, met aangenaam zittende zetels. Er is zelfs een aparte ontspanningshoek waar je gratis koffie (ja, ook heerlijke cappuccino) kan drinken tussen de opzoekingswerken door. De grootste luxe die ik in België kon vinden, was zure koffie uit een betaalautomaat. Wanneer ik een van de medewerkers om extra documenten vraag, worden die meteen en met de glimlach opgevist uit het archief. Ze maken tijd om te helpen en geven deskundig antwoord. Zo hoort dat dus.
Nederland – België. 1-0.
